De taal van de pandemie

'Ik sta stil bij wat nooit stilstaat: taal. Geen ramp kan het land treffen, of de taal beweegt mee. Die taal stelde ons in staat om ons verdriet te uiten, onze verbazing te verwoorden, onze woede te schreeuwen, onze instructies te geven en onze liefde te belijden. Taal overburgde moeiteloos de afstand die ons opgelegd was: een woord kent geen anderhalvemeterprotocol, en een zin hoeft geen mondkapje om. 

'Ook complotdenken, wantrouwen en frustratie namen soms toe.'

Net als het virus kwam de taal in golven. Taal waarvan we niet wisten dat hij bestond. Groepsimmuniteit. Hoestschaamte. Intelligente lockdown. Quarantaine. Aerosolen. Outbreak Management Team. Om de dinsdagavond kwamen de woorden tijdens de perconferenties aan land rollen, en wij lieten ze over ons heen komen aan keukentafels, bij sportverenigingen of voor de caravan. 

Reproductiegetal was ook zo'n woord. Of zo'n letter: alleen 'R' was ook genoeg. Het gemiddelde aantal mensen dat door één besmet iemand wordt aangestoken, dat is het. Een maat voor de verspreiding: was R groter dan 1, nam het aantal gevallen toe. Was R kleiner dan 1, waren we op de weg terug. Zo surfte wiskunde, die velen achter zich hadden gelaten in dat enge klaslokaal met die grote passer, mee op de branding van de pandemie onze levens binnen. Maar de wiskunde wist alle doden niet uit. 

Het is goed om die letter R voluit te blijven schrijven: reproductie. Want dat re-produceren herinnert ons ook aan al het andere dat verspreidde, dat groter was dan 1. Zorg. Saamhorigheid. Gemeenschapszin. En het is waar, ook complotdenken, wantrouwen en frustratie namen soms toe. Maar in dat allereerste begin, toen we nog weinig wisten, en we gevangen waren in woorden als Wuhan, COVID19, beademingsapparatuur, ic-capaciteit en ellebooggroet, toen zag je over alle leeg geworden straten het leger van de liefde gaan. De boodschappen voor bejaarde buren. De gestoepkrijte hartjes voor het verzorgingstehuis. Het zingen op balkons. 

In het soms verdrietige omzien van nu is het een troost voor de toekomst: als het er echt op aankomt, is de eerste reflex van de mens in nood de liefde. De taal van de menselijkheid vond zijn weg, reproduceerde in hoog tempo. Dat die R ver boven de 1 kan reiken, is een monument voor ieder die getroffen is.' 

'Alleen 'R' was ook genoeg. Het gemiddelde aantal mensen dat door één besmet iemand wordt aangestoken, dat is het.'

Verteller Jan Beuving
Fotograaf: Maartje ter Horst

Verteller

Jan Beuving (40 jaar) 

Cabaretier en wiskundige